Gaan we op vakantie? Jos gaat mee!

Gelijkwaardige samenwerking aan de Zamenhoflaan

Een vrijwilliger voor een interview in AmerZine? Het team van woonlocatie Zamenhoflaan in Zeist hoeft over die vraag niet lang na te denken. Jos Hazekamp willen ze graag in het zonnetje zetten. ‘Da’s een gouwe!’.

Tekst: Eva-Maria den Balvert / fotografie: Ineke Oostveen

Aan het begin van deze avond staan de cliënten van de Zamenhoflaan nog even te bellen, doen ze het staartje van de afwas of kijken ze hun favoriete soapserie. Maar al snel schuiven wat cliënten aan op het terras, om gezellig mee te kletsen bij het interview met Jos. Jos is hier kind aan huis. Ze pakt aan de Zamenhoflaan op wat nodig is; een gesprekje, even wat extra aandacht, een spelletje doen. Ook gaat ze mee met dagjes uit en bewonersvakanties.

Gewoon doen wat nodig is, dat gaat automatisch. “Ik ben ooit begonnen in de zorg en heb de Z-opleiding gedaan. Later ben ik andere dingen gaan doen, maar die zorg blijft in je zitten. Wat dat is? Het is empathie, denk ik. Je kunnen voorstellen hoe het voor de ander is. Als je dat begrijpt, dan ga je anders met mensen om.”

Mallemeidenmiddag

Eén van de cliënten die aanschuift is Mirelle. Jos maakte via haar kennis met de Zamenhoflaan. Jos: “Mijn man werkte als beheerder op de schaapskooi in Bilthoven. Mirelle en twee cliënten van andere zorgorganisaties werkten daar ook. Ik ontmoette hen daar en kon goed met ze opschieten.” In die tijd ontstond de ‘mallemeidenmiddag’ voor Jos en de drie vriendinnen. Een middag die begint en eindigt met ‘Jos-koffie’ (met opgeklopte melk, cacao en slagroom) en die in het teken staat van gezelligheid en aandacht.

Mirelle vertelt hoe dat dan gaat. “We draaien muziek, soms dansen we, we eten en we hebben de grootste lol.” Als vrouwen onder elkaar kunnen de dames over alles praten. Wat op de Mallemeidenmiddag wordt gezegd, blijft op de Mallemeidenmiddag. “Maar als Jos zegt: dit moeten we met de begeleiding bespreken, dan doen we dat.”

Het contact tussen de ‘malle meiden’ werd ruw doorbroken door nieuwe vervoersregels voor de dagbesteding. Cliënten moesten in hun eigen woonplaats dagbesteding doen. Mirelle moest weg bij de schaapskooi. Jos: “Dat leidde tot tranen: dan zien we elkaar niet meer! Toen zei ik: dan kom ik jou toch af en toe ophalen, en die andere meiden bij hun zorglocaties?”

Niks aan de hand

Zo kwam Jos naar de Zamenhoflaan en leerde het team haar kennen. “Ik viel meteen met mijn neus in de boter, want ze gingen naar Maak je droom waar, een groot festijn in de Jaarbeurs. De begeleiding kwam nog wat handen tekort, dus ze vroegen of ik mee ging. In de Jaarbeurs werd een cliënt onwel. De begeleider moest met haar naar het ziekenhuis. Ik zei: niks aan de hand, ik kom wel thuis met die andere cliënten.” En zo gebeurde het.

Intussen gaat Jos standaard mee op vakanties en dagjes uit. “We zijn naar het FrankLin festival en naar Funpop in Horst aan de Maas geweest”, vertelt Remko, die op locatie Zamenhoflaan woont. “Ook zijn we op vakantie geweest naar Drenthe. Na die vakantie zeiden we: we hebben besloten dat we volgend jaar weer gaan. En jij, Jos, gaat weer mee!”

Het team nodigt Jos nu uit op de huisvergadering, zodra de eerste vakantieplannen worden gemaakt. “De begeleiders geven me echt het gevoel dat ze me als gelijkwaardig zien. Als ik een dagje uit ben geweest met een bewoner tonen ze altijd interesse: hoe was het, ben je nog ergens tegenaan gelopen? Ik ben niet ‘maar een vrijwilliger’. De beste manier voor teams om samen te werken met vrijwilligers, is vanuit het besef dat vrijwilligers belangrijk zijn. Vrijwilligers kunnen die extra dingen doen waar je zelf niet aan toe komt. Die extra dingen zijn belangrijk in het leven van de cliënten.”

Coronatijd

In coronatijd was het contact beperkt tot beeldbellen, bellen en een kaartje sturen. “Dat was in het begin heel moeilijk. Je wilt een knuffel geven, maar het mag niet. Ik kon me thuis wel vermaken; ik lees graag, ik heb een tuin, ik heb hobby’s. Maar de cliënten mochten niet werken, mochten er niet op uit; verschrikkelijk.” Vanaf 1 juni mocht Jos weer komen en kon ze ook weer op beperkte schaal activiteiten ondernemen met de cliënten. “Ik was zo blij dat ik mijn ‘kinderen’ weer mocht zien!” De cliënten vullen aan: “Het is altijd leuk als Jos hier komt. Ze is een geweldige vrijwilliger!”

Jos hoopt dat meer mensen dit vrijwilligerswerk oppakken. “Mensen beseffen vaak niet hoe het je verrijkt. Het kost je energie, maar het levert ook veel energie op.”